Overweegt u lensimplantatie?
Bij een lensimplantatie wordt de lens voor de pupilopening geplaatst (vóór de eigen lens). Eerst wordt het oog verdoofd door middel van een prikje (in het oog). Na een kwartiertje kan de oogarts beginnen met de behandeling. Hij maakt een sneetje in het hoornvlies en schuift het lensje in de eerste oogkamer. Dit piepkleine kunststof lensje blijft op zijn plek zitten door twee miniscule klemmetjes aan een plooitje van de iris.
Tegenwoordig bestaan er lensjes die geheel flexibel zijn, waardoor ze door een nog kleiner sneetje in het oog kunnen worden gezet. Hierdoor is het oog nog sneller hersteld. Bij de nieuwste generatie lensjes (Artiflex) hoeft het sneetje ook niet te worden gehecht. Na de behandeling moet u zich nog wel een tijdje rustig houden. Na drie tot vier weken kunt u alles helemaal scherp zien en hoeft u 's nachts niet meer met een ooglapje te slapen. U kunt de eerste weken niet zwemmen of oogmake-up gebruiken. Ook zult u de eerste weken regelmatig moeten druppelen.
Voordelen lensimplantatie
• De kunstlens hoeft nooit meer verwijderd te worden, aangezien deze permanent is.
• Er wordt niet echt iets veranderd aan uw oog. Kans op schade is dus kleiner.
• Mocht er een reden zijn om de lens te verwijderen (uw ogen worden bijvoorbeeld slechter) dan kan dat.
Nadelen lensimplantatie
• Herstel duurt wat langer dan bij ooglaseren
Laat u informeren over de mogelijkheden. Hieronder vindt u klinieken waar u gratis informatie kunt aanvragen.