Met vullingen kunnen gaatjes in het gebit die door tandbederf (cariës) zijn ontstaan worden hersteld. Een vulling is een relatief eenvoudige tandheelkundige behandeling. Daarmee wordt de vorm en de functie van de tanden en kiezen zo goed mogelijk hersteld. Tandbederf (of tandcariës) ontstaat meestal in de groeven op de kauwvlakken (fissuurcariës). Ook kan er cariës tussen de kiezen ontstaan (approximale cariës). Dit is alleen goed op een röntgenfoto te zien. Kleine gaatjes die slechts in het glazuur zitten, hoeven niet direct te worden gevuld. In dat geval is natuurlijk herstel nog mogelijk. Maar als behalve het glazuur ook het onderliggende dentine is aangetast, is een vulling nodig. Het tandbederf gaat in de dentine veel sneller en natuurlijk herstel is dan niet meer mogelijk.
Hoe wordt een vulling gemaakt?
Allereerst moet de tandarts het aangetaste deel van de kies of tand weg boren. Dit is nodig om het gaatje goed schoon te maken. Meestal geeft de tandarts eerst een verdoving. De verdoving zorgt ervoor, dat het boren niet pijnlijk is. De prik voor de verdoving kan wél een beetje pijn doen. Met welk vulmateriaal worden vullingen gemaakt? Voor het vullen van het schoon geboorde gaatje gebruikt de tandarts meestal een witte vulling. Afhankelijk van de grootte van het gat maakt de tandarts een 1-, 2- of 3-vlaksvulling.
Geen vulling, wat dan?
Als het gat te groot is geworden of als de zijwanden te zwak zijn, kan er geen vulling meer worden gemaakt. Dan kan de tandarts wel vaak een kroon maken. Als bij een diep gat de tandzenuw bloot komt te liggen, dan moet de tandarts vaak eerst een wortelkanaalbehandeling uitvoeren, voordat het gat wordt gevuld.
Meer informatie? Neem contact op via onderstaand formulier: